Levensloopregeling – oud, maar nog steeds actueel

09 jul 2020

Sinds 1 januari 2012 is het voor nieuwe deelnemers niet meer mogelijk om deel te nemen aan een Levensloopregeling. (Oud)-deelnemers, waarvan het saldo op 31 december 2011 € 3.000 of meer bedroeg, konden blijven deelnemen aan de regeling en wel tot en met 31 december 2021. In de tussenliggende periode kan gedoteerd blijven worden, maar wordt geen levensloopverlofkorting meer opgebouwd.

De datum van 31 december 2021 nadert met rasse schreden. Wanneer je op dat moment geen gebruik wilt maken van het levenslooptegoed, komt dit op 31 december 2021 in één keer tot uitkering. Deze uitkering kan gevolgen hebben voor je fiscale positie. Door de uitkering heb je een hoger jaarinkomen, en daarmee mogelijk een hogere belastingdruk. Daarnaast kunnen over deze uitkering premies werknemersverzekeringen en zorgverzekeringswet verschuldigd zijn. Tot slot kan de uitkering van het levenslooptegoed gevolgen hebben voor je (recht op) toeslagen. Hoewel de tijd tot 31 december 2021 beperkt is, heb je nog (andere) keuzes. De vraag is: welke keuze maak je?

Systematiek

Het opgebouwde levenslooptegoed komt uiterlijk op 31 december 2021 tot uitkering, tenzij je eerder de pensioen of AOW gerechtigde leeftijd bereikt. In dat geval dient het levenslooptegoed op dat eerdere moment tot uitkering te komen.

Werk je nog in dienstbetrekking dan komt de uitkering toe aan je werkgever. Je werkgever keert het ontvangen bedrag vervolgens aan jou uit als loon. Afhankelijk van je leeftijd wordt dit loon aangemerkt als “loon uit tegenwoordige” danwel als “loon uit vroegere” dienstbetrekking. Dit onderscheid is van belang voor zowel de inhouding van premies als voor de hoogte van je  arbeidskorting. Bij de uitkering houdt je werkgever rekening met je (recht op) levensloopverlofkorting.

In het geval je niet meer in dienstbetrekking werkt, is de levensloopinstelling inhoudingsplichtig. Die instelling zal bij de uitkering de verplichte loonheffing(en) inhouden, in sommige gevallen zelfs tegen het maximale belastingtarief. Daarbij houden deze instelling geen rekening met de (opgebouwde) levensloopverlofkorting en zul je bij de aangifte inkomstenbelasting mogelijk aanvullende premies zorgverzekeringswet moeten voldoen. Uiteraard kan bij de aangifte inkomstenbelasting rekening worden gehouden met het juiste belastingpercentage en de levensloopverlofkorting, maar dan zullen deze zaken correct verwerkt moeten worden.

Mogelijkheden

De besteding van het levenslooptegoed is vrij. Hoewel de tijd beperkt is, zijn er nog een aantal fiscaal vriendelijke bestedingsmogelijkheden:

a) Opname (parttime) sabbatical
Je kunt je tegoed gebruiken voor een (parttime) sabbatical, waarbij deze fungeert als aanvulling op je salaris. Afhankelijk van je leeftijd, leidt dit bij je werkgever tot een besparing van premies werknemersverzekeringen. Daartegenover staat dat deze uitkering mogelijk gevolgen kan hebben voor eventuele (toekomstige) uitkeringen vanuit het UWV.

b) Aanvulling op een parttime (bedrijfs)pensioen
Je kunt het levenslooptegoed ook gebruiken als aanvulling op je parttime pensioen. Het levenslooptegoed is wel in één keer belast in het geval je volledig met pensioen gaat.

c) Bijstorten in uw pensioen
In plaats van opnemen, heb je wellicht de mogelijkheid het tegoed bij te storten in je pensioenregeling. Als dit pensioen ingaat na het bereiken van uw AOW-gerechtigde leeftijd, bereik je hiermee mogelijk een belastingbesparing. Daartegenover staat dat je bij deze mogelijkheid geen gebruik kunt maken van de levensloopverlofkorting.

Uiteraard ben je bij deze mogelijkheden afhankelijk van de medewerking van je werkgever en/of je pensioenuitvoerder.

Als je uiteindelijk tot de conclusie komt dat je op dit moment geen gebruik kunt maken van het levenslooptegoed, en daarmee het levenslooptegoed op 31 december 2021 in één keer tot uitkering komt, heb je de volgende mogelijkheden om de belastingheffing in 2021 te beperken:

  1. De uitkering verrekenen met een eventueel in box 1 verrekenbaar verlies.
  2. Het bedingen van een lijfrente die fungeert als toekomstige aanvulling op je pensioen. De mogelijkheden daartoe zijn afhankelijk van je zogenoemde jaar- en reserveringsruimte.
  3. Het belastingjaar 2021 betrekken in een middeling. Dit leidt mogelijk tot een teruggave van inkomstenbelasting bij het definitief worden van de laatste belastingaanslag waarop het verzoek betrekking heeft.

Het voorgaande betreft slechts een beperkte weergave van de mogelijkheden. Mogelijk zijn er in jouw geval nog andere opties. Dit is uiteraard geheel afhankelijk van je persoonlijke situatie. Mocht je hierover willen sparren, dan kun je telefonisch (024 6488 666) of per mail contact opnemen met onze adviseurs.


Delen via Social Media